De binnenstad van Brugge ontdek je het best van al tijdens een wandeling, want aangezien deze stad relatief klein is, kan men makkelijk in een half uur tijd van de ene kant naar de andere kan stappen, en daarenboven is wandelen de meest aangewezen en rustgevende manier om de stad te verkennen. Of het nu is om de historische gebouwen te bewonderen, te slenteren door de winkelstraten of te genieten van een terrasje; Brugge heeft voor iedereen wel wat in petto.
Eenmaal je wagen geparkeerd in de parking onder ’t Zand, kan je starten voor een tocht van 4 kilometer en éénmaal bovengronds wandel je via de Zuidzandstraat en de Steenstraat regelrecht naar de Markt, waar aan de zuidkant van dit plein één van de bekendste monumenten van de stad staat, namelijk het 12de eeuwse Halle met de 88 meter hoge belforttoren, waar je na een klim van 366 treden een indrukwekkend uurwerk-mechanisme, een beiaard met 47 klokken en een adembenemend panoramisch uitzicht opwachten. De noordkant van de markt wordt dan gekenmerkt door de typische huizen met trapgevels.
Via de St. Amandsstraat en de Gelmuntstraat bereik je het stemmige Muntplein, met als blikvanger de “Flandria Nostra”, een beeld van een paardrijdende Maria Van Bourgondië; en daarna vervolg je je weg langs de Muntpoort en de Geldmuntstraat met als bestemming het Prinsenhof, waar ooit de residentie stond van de Bourgondische hertogen in Brugge stond.
Brughe, die scone
Stap nu via de Ontvangersstraat en de Moerstraat tot aan het stadspark Sebrechts, dat als het ware een groene oase in deze binnenstad is, en waar je even kan verposen om daarna je stadswandeling verder te zetten door de Speelmansrei, richting ’t Zand, terwijl je eerst nog de Speelmanskapel passeert; deze voormalige gildekapel van de speellieden of muzikanten dateert uit 1421.
Je laat ’t Zand achter je liggen en stapt nu door de Smedenstraat die je meeneemt naar de Smedenpoort, waar je boven deze poort nog een klokje ziet hangen dat ’s avonds het sluitingsuur van deze poort aankondigde en het bronzen doodshoofd herinnert je aan het verraad van een Gentenaar, die in 1688 stiekem de poort wou openen voor de Franse invallers onder leiding van Lodewijk XIV.
Keer nu een stukje terug tot wanneer je de stadsvesting bereikt, welke evenwijdig loopt met de H. Conscienselaan, en éénmaal voorbij het Waterhuis dat vroeger een belangrijke schakel was in het Brugse watervoorzieningsnet, stap je door de Boeverierstraat, waar je aan huisnummer 45 oog in oog komt te staan met de Sint-Godelieveabdij, gebouwd in 1623.
Als je uiteindelijk weer op ’t Zand komt, moet je beslist eens een kijkje nemen naar de beeldengroep met de fontein, want dit ensemble bevat vier beeldengroepen: De Baadsters, welke een symbolische voorstelling zijn van de steden Brugge, Gent, Antwerpen en Kortrijk; het Landschap in Vlaanderen; de Vissers, welke verwijzen naar de verbondheid tussen Brugge en de zee en tot slot de Fietsers.
Info betreffende de foto’s op deze pagina: Copyright © Ryckaert Gino.
