Deze wandeling welke samengesteld werd door de stad Gent, heeft een totale afstand van bijna 2 kilometer en heeft als doel om je in een tweetal uren kennis te laten maken met de historische binnenstad, waarbij je ondertussen een glimp opvangt van de belangrijkste gebouwen en standbeelden en dit gecombineerd met de vele heerlijkheden die de stad je te bieden heeft. Deze wandeltocht in de binnenstad is niet bewegwijzerd, positieve hieraan is dat de wandeling dan wel weer toegankelijk is voor rolstoelen en buggy’s.
Starten doe je vanop de Vrijdagmarkt,ooit het belangrijkste plein van de stad Gent, waar je je wagen makkelijk kwijt kan op één van de drie ondergrondse verdiepen die deze parking telt, en éénmaal bovengronds sta je meteen oog in oog met het standbeeld van Jacob van Artevelde, die met zijn hand in de richting van Engeland wijst en dankzij hem bloeide de lakennijverheid als nooit tervoren.
Vooraleer je verder stapt naar de Meerseniersstraat is het aan te raden om even een kijkje te nemen naar het voormalige socialistische volkshuis Bond Moyson, waar het grote Art Nouveau-raam en het hoefijzervenster meteen je aandacht trekken.
Je verlaat de Vrijdagsmarkt nu via de Meerseniersstraat, een straat die bekend staat om zijn vele beroemde Vlaamse mode-ontwerpers, en je stapt nu verder naar de Zuivelbrug, van waar je aan je linkerkant De Dulle Griet ziet staan in al zijn glorie. Dit indrukwekkende smeedijzeren kanon prijkt reeds 425 jaar op deze plaats, maar heeft nog nooit één kanonskogel afgevuurd.
Aan de overkant van de Zuivelbrug vallen meteen twee uitzonderlijke huisjes in de Kraanlei op met huisnummer 79 en 81; het huis aan de linkerkant toont de 6 werken van Barmhartigheid, terwijl het huis aan de rechterkant de vijf zintuigen verbeeldt. Als je tijd zat hebt, moet je hier ook eens rechtdoor lopen, regelrecht het Patershol in, één van de oudste wijken van Gent.
Eveneens op de Kraanlei passeer je voorbij het Huis van Alijn, dat via de toegangspoort een zicht op de verstilde binnenkoer geeft. Ooit was dit een godshuis dat gebouwd werd als boetedoening voor de moord op Hendrik en Seger Alijn; maar vandaag de dag is het een museum voor volkskunde.
Voor je het weet sta je aan de muur van het Gravensteen, een massieve burcht in het centrum van de stad, daterende uit 1180 en waar menig bezoekers reeds de vergeetput, de duimschroeven en de guillotine van heel dichtbij gezien heeft. Aan de overkant ligt het Veerleplein met de Oude Vismijn, een gebouw dat de komende jaren omgetoverd wordt tot een multifunctioneel bezoekerscentrum, en waar je boven de ingang Neptunus ziet, geflankeerd door de mannelijke Schelde en de vrouwelijke Leie.
Op de hoek van de Burgstraat en het Gewad, moet je beslist eens omhoog kijken naar de prachtige gevel van De Gekroonde Hoofden met portretten in bas-reliëf van de Graven van Vlaanderen, waarbij je Keizer Karel onderaan als derde van links herkent. Stap nu de Korenlei in waar je na enkele stappen het Museum voor Sierkunst en Vormgeving, met de metershoge vaas op de binnenkoer, aan je rechterkant passeert.
We nemen de trappen aan de Sint-Michielsbrug, van waar je een heel mooi zicht hebt op de skyline van de stad, alsook op de Sint-Michielskerk, waarvan de toren nooit is afgewerkt. Achter deze kerk, langs het water vind je Het Pand, een voormalig Domicianenklooster en hospitaal is nu volledig in handen van de Gentse Universiteit en wordt gebruikt als cultuur- en congrescentrum.
Na deze tussenstop stap je dan voorbij de Sint-Niklaaskerk, wat een uniek voorbeeld is van Scheldegotiek, waar je De Grote Triomfante in de schaduw van de kerk terugvindt. Deze klok werd gegoten uit de restanten van de indertijds beruchte Klokke Roeland, die in 1659 verbrijzeld werd. Verderop sta je voor de Mammelokker, dit is een reliëf boven de ingangspoort van de oude cipierswoning.
Ondertussen ben je ook in de buurt van de vele tavernes gekomen, gelegen op de Korenmarkt maar evenzeer in de Donkersteeg of Emile Braunplein, waar je terecht kan voor een lekkere koffie, een streekbiertje, een pannekoek of een heerlijke wafel. Neem in ieder geval de tijd om even te verpozen, vooraleer je weer verder wandelt doorheen het centrum van de stad.
Op het Sint-Baafsplein pronkt de Sint-Baafskathedraal, waarvan de oudste restanten twee Romaanse beuken in de crypte dateren uit 1150, binnenin de kathedraal kan je tientallen kunstschatten bewonderen, waaronder de Aanbidding van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck. Wanneer je nu 180° omdraait, bemerk je het Belfort, dat sinds 1999 opgenomen werd op de wereldranglijst van het beschermd cultureel erfgoed van de UNESCO.
Verlaat nu het Sint-Baafsplein en stap links de Biezekapelstraat in, waar je aan je linkerkant de toren van de Achtersikkel duidelijk ziet staan. Op het eind van de Biezekapelstraat ga je links in de Hoogpoort, die je helemaal tot op het einde bewandelt en voor je rechtsaf gaat, moet je zeker eens een kijkje nemen naar het oudste hotel van West-Europa, het Sint-Jorishof ofwel Cour Saint-Georges.
Aan de overzijde valt meteen het imposante stadhuis op, met rechts de gotische stijl uit de 16de eeuw en links de veel latere Italiaanse renaissance. Binnenin schuilt meer dan 600 jaar geschiedenis , welke op aanvraag in groep kan bezocht worden. Aan je linkerkant zie je dan ook nog het politiekantoor, wereldberoemd geworden dankzij de serie “Flikken”. Via de Kammerstraat stap je dan weer richting Vrijdagsmarkt, terwijl je nog het Toreken passeert. Dit was ooit het gildenhuis van de huidenvetters of leerlooiers en bovenop de toren waakt een zeemeermin over de mensen.
Via deze link zie je alle activiteiten in de stad Gent.
Info betreffende de foto’s op deze pagina: Copyright © Ryckaert Gino.